De praktijkroute. Wat is dat nou weer? Op het mbo volg je toch sowieso een groot gedeelte van je opleiding in de praktijk? Dus wat is dan precies een praktijkroute? Nynke legt het je uit aan de hand van deze foto's. Zij zit in het tweede jaar van de opleiding Verpleegkunde.
“Ik doe de praktijkroute bij woonzorgcentrum Voltawerk in Gorredijk. Vorig jaar zat ik bij Herema State in Heerenveen. Het betekent dat ik direct volledig de praktijk in ben gegaan. Werkgevers in de zorg vragen om zelfstandige mensen, dus daarom wil ik volledig in de praktijk zijn en heb ik voor het Friesland College gekozen.
Ik word begeleid door iemand van de instelling, een praktijkbegeleider, en door mijn coach van school. Ik loop met mijn praktijkbegeleider mee, maar werk hier ook zelfstandig. Alles wat ik in de praktijk tegenkom, kan ik bespreken met mijn coach of andere docenten. De theorie is altijd op locatie, in een instelling. Ik heb bijvoorbeeld ook weleens theorie in Anna Schotanus.
Ik maak mijn eigen rooster en daarom is elke week anders. Ik zorg dat ik 15 uren in de praktijk ben, 15 uren ‘school’ heb en 10 uren zelfstudie doe. Je moet wel een beetje discipline hebben, maar dat leer je wel.”
Heb je dan nog wel contact met je klasgenoten?
“Jazeker. We hebben een leuke groep studenten en treffen elkaar in de instelling, in de praktijk of in de werkplaats. Dat is de plek in de instelling waar we theorie hebben. We kunnen mooi ervaringen uitwisselen. We kennen elkaar goed en doen ook weleens leuke dingen, zoals naar de Zorgbeurs in Utrecht gaan.”
Ben je dan een heel jaar op dezelfde plek?
“Ik weet nog niet precies hoe lang ik hier blijf, want dat hangt van mijn leerproces af. Ik stel elke keer leerdoelen op en die bespreek ik met mijn studieloopbaanbegeleider en praktijkbegeleider.
Ik vind het mooi dat je wat je tegenkomt in de theorie direct kunt toepassen in de praktijk en andersom. Dat begint bij steunkousen aandoen. Dit werk je uit in de theorie. Daar oefen je met je werkbegeleider of medestudenten en als het afgetekend is, doe je het de volgende dag in de praktijk. Ook kom je genoeg tegen wat je eerst in de praktijk doet met je werkbegeleider en dan op school reflecteert, zoals zwachtelen.
Het mooie aan constant in de praktijk zijn vind ik het contact met de mensen. Dat is echt heel leuk. Wij maken direct de koppeling tussen praktijk en theorie. Ik vind het lastiger als je alleen maar uit de boekjes leert. En ik kom nu dingen tegen die bijvoorbeeld anders pas in het derde jaar aan bod kwamen, dus dan doen we het nu.”