Practoraat

Met twee practoraten anticipeert het Friesland College met ambitie op deze nieuwe ontwikkeling in het mbo. Een practoraat ontwikkelt, bundelt, deelt en verspreidt kennis en ervaring. Onze practoraten doen dat door praktijkgericht onderzoek en ontwikkelingen op het Friesland College te combineren. Zo is een practoraat een ‘scharnier’ tussen innovatie van de beroepspraktijk, beroepsonderwijs en onderzoek. We zien een practoraat dus als een scharnier in een netwerk waarin de ontwikkeling van kennis, onderzoekers, docenten, werkveld en, nog belangrijker, studenten samenkomt.

Practoraat Leven Lang Ontwikkelen

Het practoraat Leven Lang Ontwikkelen draagt bij aan het Friesland College door kennis op te doen over hoe Leven Lang Ontwikkelen kan worden gerealiseerd in de samenwerking tussen het ROC, bedrijven en sociale partners in de regio. Enerzijds brengt zij al bestaande kennis in de organisatie en de verschillende ontwikkelprocessen, anderzijds stimuleert en expliciteert zij de praktische kennis en ervaringskennis die ontstaat door de ontwikkelingen.

Het practoraat LLO houdt zich op dit moment bezig met 3 thema’s:

  • Wendbaar vakmanschap en lerende organisaties
  • Duurzame loopbanen
  • Professionalisering in regionale samenwerking

Wendbaar vakmanschap en lerende organisaties
De groep in het practoraat die zich richt op wendbaar vakmanschap en lerende organisaties onderzoekt hoe het ROC een bijdrage kan leveren aan het realiseren van lerende organisaties en daarin het wendbaar vakmanschap bij medewerkers van deze organisaties. In bedrijven vindt overwegend veel leren en ontwikkelen plaats. Bedrijven zijn bezig met het verbeteren van hun processen en vakmensen willen hun werk zo goed mogelijk doen. Docenten en andere begeleiders uit het ROC werken samen met bedrijven en overheidsorganisaties om dat leren te versterken. De groep wendbaar vakmanschap en lerende organisaties onderzoekt hoe de samenwerking vorm kan krijgen en hoe de processen ondersteund kunnen worden.

Duurzame loopbanen
De groep Duurzame loopbanen onderzoekt wat duurzame loopbanen zijn en wat studenten en vakmensen helpt en belemmert om een duurzame loopbaan voor zichzelf te realiseren. Hoe realiseer je bijvoorbeeld binnen je baan een duurzame loopbaan? Hoe kun je een veranderen van loopbaan? Wanneer besluit iemand, weloverwogen, om een wending in de loopbaan te maken, hoe gaat dat proces en hoe kunnen we dat als ROC ondersteunen? Dat zijn vragen waar de groep duurzame loopbanen zich mee bezighoudt.

Professionalisering in regionale samenwerking
De groep professionalisering in regionale samenwerking onderzoekt hoe docenten, werkbegeleiders, opleiders en andere betrokkenen zich in de samenwerking professionaliseren en hoe dat versterkt kan worden. Samenwerken vraagt veel van professionals uit het mbo, uit bedrijven, van de sociale partners. Toch is die wrijving niet voor niets. Waarschijnlijk wordt er veel van en met elkaar geleerd. Maar wat en hoe? En hoe kunnen we dat als ROC versterken. Dat is de vraag waar de groep professionalisering in regionale samenwerking zich mee bezighoudt.

Practoraat Duurzaam Denken, Duurzaam Doen

Missie

Het practoraat Duurzaam Denken, Duurzaam Doen werkt samen met onderwijsteams, studenten en vakmensen om de ontwikkeling van onderwijs te stimuleren en te ondersteunen. Daarbij willen we samen onderzoeken wat dat onderwijs teweeg brengt bij studenten, de praktijk en onszelf en stimuleren we een duurzame ontwikkeling van onderwijs voor een duurzamere wereld.

Visie

Een veranderende wereld

We leven in een wereld van verandering. Dat was natuurlijk altijd al het geval, maar die verandering gaat wel steeds sneller. Zo snel, dat sommigen zelfs spreken van een vierde industriële revolutie (lees hier wat het World Economic Forum daarover zegt). Digitalisering, energietransitie, klimaatverandering, klimaatadaptatie, of democratische vernieuwing zijn aan de orde van de dag en laten zien dat we leven in een verandering van tijden, om te spreken met Jan Rotmans. Om al deze veranderingen het hoofd te kunnen bieden en - nog belangrijker - om ze samen vorm te kunnen geven, zullen we onze manieren van werken en leven grondig moeten herzien. We moeten leren duurzaam te denken en te doen.

Daartoe hebben de VN de Sustainable Development Goals (SDG’s) geformuleerd: een verzameling van 17 doelen die we kunnen nastreven om een betere en duurzamere wereld mogelijk te maken (zie voor meer informatie www.sdgnederland.nl). Naast alle uitdagingen bieden de huidige crises ook kansen en hoop voor een duurzamere wereld. Zo zijn we het door de coronacrisis normaler gaan vinden om vanuit huis te werken en voor kort onderling overleg tijd en energie te besparen en online af te spreken. Door (of dankzij) een gebrek aan grondstoffen en de schade die de winning ervan met zich meebrengt kiezen we vaker voor circulaire alternatieven. Dankzij bewegingen als #metoo en #blacklivesmatter veranderen traditionele machtsverhoudingen, et cetera. Helaas lijkt het daardoor ook alsof we als mensen of instituten steeds vaker tegenover elkaar komen te staan en dreigt polarisatie van bevolkings- en beroepsgroepen.

Hoewel al deze veranderingen op het eerste gezicht niet direct met elkaar te maken hebben, laten ze allemaal zien dat onze wereld sneller verandert dan voorheen. Terwijl het vaak lijkt alsof deze veranderingen ons overkomen, is het aan ons als mensen om daar zelf richting en invulling aan te geven. Wat betekenen bijvoorbeeld de veranderende machtsverhoudingen voor de relatie tussen werkgever en werknemer, of docent en student? Hoe behouden we de onderlinge verbinding tussen collega’s en studenten terwijl ze ook ruimte vragen om zelf te kunnen bepalen waar en hoe ze werken en leren? Hoe gaan we toe naar een duurzame voedselproductie die betaalbaar blijft voor iedereen? Dit zijn voorbeelden van vragen waarvoor het antwoord complex is en waarschijnlijk gezocht moet worden in de samenwerking tussen verschillende mensen, instellingen en sectoren.

De vraag is hoe we deze samenwerking vorm kunnen geven en hoe we daarbij de 17 SDG’s kunnen nastreven. Deze 17 doelen zijn allemaal belangrijk, maar lijken elkaar soms ook tegen te spreken. De sleutel voor een integrale aanpak waarmee we alle SDG’s aanspreken ligt in onszelf en de manier waarop we met elkaar omgaan. We moeten met elkaar in gesprek gaan en blijven, met wederzijds respect voor elkaars waarden, ideeën en standpunten, ook als die lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Dat vraagt om een liefdevolle benadering en een revaluatie van onze positie als mensen ten opzichte van elkaar en de wereld om ons heen. Een houding als ‘homo economicus’, die enkel denkt aan zoveel mogelijk (materiële) winst, past daar niet bij. We hebben een ander kader nodig van waaruit wij kunnen denken en doen. Een kader dat naast economische vooruitgang ruimte geeft aan welzijn en welbevinden voor ons als mensen én de wezens met wie wij samenleven. Met ideeën als People, Planet and Prosperity (in die volgorde) voor bedrijven, de donut economie, maar ook met mensbeelden zoals de Homo Amans of Homo Florens, zien we steeds meer aandacht ontstaan voor duurzaam denken en duurzaam doen in leven en werken.

Veranderend onderwijs

Onder invloed van de veranderende wereld verandert ook het onderwijs mee, zowel inhoudelijk als qua vorm. Zo leiden we lerenden van nu op voor een andere wereld en voor werk dat qua aard én inhoud anders is dan voorheen en anders wordt dan het nu is. Werk en leven zullen de komende decennia of generaties dus blijven veranderen. Daardoor zijn verandering en wendbaarheid kernbegrippen geworden en lijkt het alsof iedere werknemer ook veranderkundige moet zijn. Dat geld ook voor het onderwijs, dat net als de maatschappij snel verandert. Studenten vragen niet alleen om meer zeggenschap over de plaats, tijd en manier waarop zij leren; er zijn ook meer mogelijkheden om dat vorm te geven. Naast traditioneel offline en synchroon onderwijs waarin groepen studenten tegelijkertijd hetzelfde leren, kunnen we dankzij de digitalisering onderwijs vaker online of asynchroon vormgeven. Ondertussen vraagt de praktijk om medewerkers die niet schrikken van verandering en die zelf(s) kunnen vormgeven. Bedrijven en instellingen zoeken naar mogelijkheden om hun medewerkers daarvoor ruimte te bieden.

Er is dus behoefte aan onderwijs dat zowel qua inhoud als qua didactiek en pedagogiek rekening houdt met verschillen tussen studenten en hen voorbereidt op een veranderende wereld en een veranderend vakgebied. Docenten, coaches en andere begeleiders van studenten zijn de aangewezen mensen om dat te doen. Zij kennen immers hun studenten en de praktijk waarop zij hen voorbereiden en zijn tenslotte ook de mensen die dat onderwijs zullen moeten verzorgen. Wanneer zij dat samen met hun vakcollega’s in de praktijk doen, kunnen zij het onderwijs blijvend laten aansluiten op een veranderende praktijk en wereld. Door vanuit kaders als de Homo Amans of People-Planet-Prosperity (voorheen: -profit) te werken, kunnen we studenten helpen zich te ontwikkelen tot wendbare- en weerbare (vak)mensen, die zich bewust zijn van de waarden die hen drijven en van daaruit bewust handelen. Dat vraagt wel om onderwijs dat die boodschap niet alleen als inhoud verkondigt, maar dat ook voorleeft in de manier waarop we als begeleiders en studenten met elkaar omgaan. De Whole School Approach biedt daar handvatten voor.

Er zijn al veel initiatieven die daar al invulling aan proberen te geven. Dat is prachtig, al zijn er meer mogelijkheden om deze ontwikkelingen te verduurzamen. Veel initiatieven zijn nu nog sterk afhankelijk van de gedrevenheid - en vrije tijd - van individuen. Wanneer de verandering zo afhankelijk van enkelingen of kleine groepen, blijft die beperkt tot een kleine groep. Daarnaast verdwijnen goede initiatieven weer als iemand vertrekt. Hoewel het onderwijs dat uit zulke initiatieven ontstaat heel goed gericht kan zijn op een duurzame samenleving en mensen veel kennis en ervaring daarover opdoen, is het de vraag in hoeverre dat beklijft en duurzaam wordt behouden en doorontwikkeld.

Daarnaast kleven er inhoudelijke risico’s aan ad hoc onderwijsvernieuwingen. Zo kan het zijn dat ze worden gebaseerd op aannames die niet altijd kloppen, ontwikkelen we iets dat al door anderen is gedaan, evalueren we nauwelijks wat een vernieuwing teweeg brengt en stoppen we ermee wanneer iets niet lijkt te werken. Innovaties gebaseerd op verkeerde aannames gaan waarschijnlijk niet werken, iets ontwikkelen dat al bestaat of zonder het te evalueren is zonde van de moeite en meteen stoppen met wat niet werkt geeft het risico dat we het kind met het badwater weggooien.

De uitdagingen waar wij als onderwijsprofessionals, vakmensen en onderzoekers voor staan, vragen om meer dan een enkele cursus hier of conferentie daar. Hoewel die op zichzelf heel inspirerend en leerzaam kunnen zijn, is dat niet voldoende. Het is belangrijk dat we studenten en iedereen die bij hun ontwikkeling betrokken is de ruimte en de ondersteuning bieden om na te denken over het onderwijs dat zij verzorgen en hoe zij dat samen met studenten en de praktijk kunnen blijven ontwikkelen. We moeten dus niet alleen duurzaam onderwijs doen, maar ook duurzaam denken over het onderwijs dat we ontwikkelen en verzorgen.

Duurzaam denken, doen en ontwikkelen

Het Friesland College heeft de Sustainable Development Goals een aantal jaren geleden omarmd en centraal gesteld in veel, zo niet alles, wat wij doen. Daardoor zijn veel collega’s al bekend met deze SDG’s of, zoals een collega laatst zei: ‘besmet met het duurzaamheidsvirus’. Geweldig, want het levert allerlei initiatieven op die studenten helpen bewust te worden van de noodzaak tot verandering én geeft hen handvatten om die verandering vorm te geven. Zonder andere initiatieven tekort te doen denk ik bijvoorbeeld aan het burgerschapsonderwijs, aan het Leerbedrijf Invloed Studenten, Global Goals TV, Toekomstmakers en het Platform Praktische Wereldburger. Ondanks de positieve energie en mooie initiatieven die dit oplevert, is ook het Friesland College niet immuun voor de risico’s die aan ad hoc onderwijsvernieuwingen kleven. Collega’s in verschillende opleidingen weten niet altijd van elkaar wat ze doen. Daardoor doen we sommige dingen wellicht dubbelop, stopt een initiatief wanneer een docent vertrekt en leggen we veelbelovende ontwikkelingen aan de kant wanneer de directe opbrengst lijkt tegen te vallen. Daarom wordt het tijd om ons onderwijs vanuit een meer duurzame aanpak en gedachte te ontwikkelen, opdat wij én onze studenten niet alleen kunnen omgaan met een veranderende wereld, maar deze ook zelf vorm kunnen geven vanuit de waarden die zij van belang vinden als mensen die zich verbonden voelen met elkaar en de wereld om hen heen.

Daarvoor is het van belang dat onderwijsteams de tijd en ruimte krijgen om samen met studenten en de praktijk onderwijs doorlopend te ontwikkelen. Hierin hebben we als belanghebbenden een gedeelde verantwoordelijkheid; door samen op te trekken kunnen we onderwijs ontwikkelen dat aansluit op de vragen en behoeften uit de praktijk, van onze studenten en van iedereen die bij hun ontwikkeling betrokken is. Wij willen, met andere woorden, stimuleren dat we samen duurzaam denken over het onderwijs dat wij verzorgen, zodat we met elkaar duurzaam kunnen blijven doen.

Omdat wendbaarheid en weerbaarheid essentiële vaardigheden zijn om in onze veranderende wereld te leven en te werken, werken wij nauw samen met het practoraat Leven Lang Ontwikkelen. Zij onderzoeken samen met bedrijven en instellingen in de regio hoe studenten zich kunnen ontwikkelen tot weerbare en wendbare vakmensen en burgers. Dat kan bijvoorbeeld in hybride leer-werkomgevingen, waar student, begeleider en vakmensen samen in gelijkwaardige rollen werken aan complexe vragen. Zulke hybride leer-werkomgevingen kunnen daarnaast een broedplaats zijn waar we samen nieuwe ideeën kunnen opdoen en manieren van werken kunnen uitproberen voor een circulaire en inclusieve samenleving.

Strategie

De hierboven beschreven visie brengen wij in praktijk door mensen binnen én buiten het Friesland College te inspireren, begeleiden en verbinden.

Inspireren

Wij willen mensen in en om het onderwijs en de praktijk inspireren tot duurzaam denken en doen. Dat doen we door intern en extern te communiceren over wat we doen en wat ons drijft, in presentaties, workshops en publicaties.

Begeleiden

Wij willen mensen in en om het onderwijs en de praktijk begeleiden bij duurzame ontwikkeling van onderwijs voor een duurzamere wereld. Dat doen we door hen methodieken en modellen te bieden om met een onderzoekende bril naar hun onderwijs te kijken en door met hen mee te denken bij de ontwikkeling van duurzaam onderwijs dat past bij de student, de praktijk én de begeleiders.

Verbinden

Wij willen mensen in en om het onderwijs en mensen in de praktijk aan elkaar verbinden, zodat zij samen duurzaam gaan denken én doen in de ontwikkeling van onderwijs en begeleiding van studenten. Dat kan door hybride leer-werkomgevingen te ontwikkelen, maar ook via bijeenkomsten waar deze mensen samenkomen om van gedachten te wisselen over de (duurzame) behoeften van de praktijk, de student en het onderwijs.

practoraat