Werken aan echt inburgeren

10 februari 2019
Bij het Friesland College doen we hard ons best om mensen voor te bereiden op een volwaardige rol in de Nederlandse samenleving. Dat doen we ook bij onze inburgeraars. En dat doen we best goed, als je kijkt naar de feiten. Zo gaven inburgeraars in 2018 het Friesland College een 8 als rapportcijfer. Dan gaat het om ruim duizend mensen in de afgelopen periode, verspreid over locaties in heel Friesland.

Ons slagingspercentage is al jaren minimaal gelijk aan en vaak juist hoger dan de landelijke norm. Zo slaagde in 2018 bij ons 87 procent van de inburgeraars in de categorie analfabeet binnen de gestelde termijn, bij 58 procent als norm. Bij laag opgeleiden ging het om 79 procent tegen ook 58 procent, bij middelbaar opgeleiden om 87 procent tegen 67 procent en bij hoog opgeleiden om 97 procent tegen 64 procent landelijk.

Ook in voorgaande jaren zat het slagingspercentage vrijwel altijd (ruim) boven de norm. Dat zijn cijfers om trots op te zijn. Bovendien: aan de landelijke norm is te zien hoe ingewikkeld overal het onderwijs voor deze groep kan zijn. Hoe verhoudt zich dat met het beeld dat vandaag in de Leeuwarder Courant opdoemde over de kwaliteit van onze inburgering? Niet!

In gesprek
Wat we hier zien, is dat een aantal verhalen uit Dokkum en enkele opmerkingen in Leeuwarden naar de volle breedte worden getrokken. Dat maakt reageren heel lastig, zeker nu vrijwel alle cursisten anoniem hun verhaal doen. Deze klachten hebben ons niet bereikt. Klachten die ons wel bereiken, nemen we altijd serieus.

We vrágen het ook… Zo hebben we bij FC Extra een medewerker aangesteld om met cursisten van de inburgering na te gaan hoe alles verloopt of is verlopen. Dat gaat verder dan het invullen van een formulier. We gaan graag met mensen in gesprek.

Verwachtingen
Is het een kwestie van beleving? Van verschillende verwachtingen? In ons onderwijs willen we inburgeraars niet alleen hun diploma laten halen, maar hen door Nederlands te leren op weg helpen naar zelfstandigheid in een samenleving waarin dát juist belangrijk is. Dan moet je als cursist geregeld zelf aan de slag. Dat is geen kwestie van te weinig aandacht, maar van een bewust ingezette methode in het onderwijs.

We stimuleren onze deelnemers om het geleerde ‘buiten’ in praktijk te brengen. Hiervoor is onder meer de bibliotheek een geschikte plek. We zetten in op mentorprogramma’s. Ook contacten met hun woonomgeving en (werk)stages stimuleren en faciliteren wij. En we zijn blij met aanvullende oefenplekken, door vrijwilligers, omdat een taal leren toch een kwestie is van veel oefenen. Inderdaad: drie dagen school is niet genoeg. Dit geldt voor alle instellingen die werken met nieuwkomers, want het heeft alles te maken met de financiële beperkingen van de rijksoverheid.

Eenzijdig
Zijn deelnemers bij andere instellingen allemaal tevreden? Wij weten dat dit niet het geval is. Van onze collega’s in het land en in de regio horen wij dat er vergelijkbare verhalen zijn. Cursisten veranderen van instelling, omdat ze denken dat het elders beter bij hen past. Je ziet het ook terug in de landelijke norm voor de slagingspercentages. Niet iedereen gaat vlotjes naar het diploma.

Wat ons in dit verhaal verwondert, is dat het onderwerp niet breder onderzocht lijkt te zijn. Hier wordt de suggestie gewekt dat het Friesland College onder de maat presteert. Een belangrijke zin in het verhaal in de LC is: ‘Een rondgang leert dat ook cursisten in andere locaties van het Friesland College niet allemaal tevreden zijn..’ Die onderbouwing is wel erg dun. Ja, natuurlijk is het doel dat iedereen 100 procent tevreden is. Maar is dat realistisch? Nee, weten wij én onze collega’s in het onderwijs.

Hier zijn de pijlen wel heel eenzijdig gericht op het Friesland College, aan de hand van een aantal citaten van anonieme deelnemers en het oordeel van een enkele vrijwilliger in Dokkum.

Onze opdracht
Natuurlijk valt er altijd wat te verbeteren aan onze aanpak. Over het hoe en wat gaan we dan ook altijd graag rechtstreeks in gesprek met de mensen die het betreft. En als vrijwilligers hen hierin willen bijstaan, zijn zij welkom. Een goede inburgering bieden, dat is immers onze maatschappelijke opdracht. Hiervoor zetten ‘mijn’ medewerkers zich elke dag hard in. Een beeld dat wij vooral kijken naar het budget van de deelnemer, past ons absoluut niet. Zo’n beeld doet onze inzet ernstig tekort.

Zahra Mousazadeh, directeur FC Extra – school van het Friesland College