Tien uur per dag gamen is niet handig als je je studie wilt afmaken

10 maart 2021

Michael (27), vierdejaars Film en Media

 

‘Geweld was normaal in mijn jeugd. Mijn moeder vluchtte voor mijn vader toen mijn broertje en ik nog klein waren – hij zat aan de drugs en was thuis gewelddadig. We vluchtten naar Noord-Nederland en belandden daarna in een blijf-van-mijn-lijfhuis in Midden-Nederland. Daar leerde mijn moeder mijn stiefvader kennen. Samenwonen ging goed, tot zij zwanger werd en hij steeds meer bier dronk. Vanaf mijn zevende tot mijn vijftiende kregen mijn broertje en ik onterecht straf, werden geschopt en geslagen en vond ik mijn moeder een aantal keren bewusteloos onderaan de trap.

Suïcidaal
Jeugdzorg plaatste ons uit huis, bij mijn oma. Dat ging eerst goed, totdat ik een vriendin kreeg die mij manipuleerde. Juist op momenten dat ik me rot voelde, zei zij dat ze zichzelf iets ging aandoen en moest ik voor haar zorgen – precies wat mijn moeder ook altijd deed. Al van jongs af aan luisterde ik naar mijn moeders problemen en probeerde er voor haar te zijn.

‘Confronterend dat ik de oudste ben op school’

Ik werd depressief en suïcidaal. Dat trok mijn oma niet en via een psychiater belandde ik in de crisisopvang. Vanaf daar kwam ik in een behandelgroep terecht, vervolgens leerde ik mijn vader kennen, trok bij hem in, voelde me eenzaam in weer een andere woonplaats, kreeg steeds vaker ruzie met hem en verhuisde terug naar mijn moeder. Daarna logeerde ik een tijd bij vrienden – nou ja, ik ben denk ik wel zestien keer verhuisd. Ik blowde en gebruikte een tijdje harddrugs.

Rugzakje
Door toeval hielp iemand me aan een eigen woning en leerde ik mijn vriendin kennen. Zij stimuleerde me om op mijn tweeëntwintigste deze studie te beginnen. Best confronterend, hoor, ik ben echt de oudste op het Friesland College.

Op school was ik weinig productief en ik ben niet altijd erg aanspreekbaar of vrolijk. Omdat ik wel open ben over mijn ‘rugzakje’, stelde mijn docent en coach Petra al in mijn eerste jaar voor om met Lex te gaan praten. Had zij gezegd dat ik naar een psycholoog of psychiater moest, dan had ik geweigerd. Zeker in zo’n saai hokje gaan zitten! Lex had ik al wel eens zien lopen en ik voelde gelijk een klik met hem. Hij is heel benaderbaar en heeft ook die droge Leeuwardense humor.

 ‘Ik wil me op mezelf focussen – al vind ik dat erg lastig’

We hebben veel gesprekken gevoerd. Ik probeer nu meer aan mezelf te denken en me op mijn studie te richten. Ik ga niet meer mee in de slachtofferrol die mijn moeder aanneemt en wil me focussen op mezelf. Al vind ik dat erg lastig. Zo logeerde mijn halfbroertje van twaalf jaar laatst een week bij mij en hij moest erg huilen, zonder dat hij wilde vertellen waarom. Op zulke momenten denk ik: was ik er maar meer voor hem geweest. Ik weet dat hij opgroeit in een verwaarloosd huis, volgestampt met de zooi die mijn moeder koopt.

Beelden uit het verleden
Nog steeds zie ik de toekomst vaak negatief in, heb last van sombere gedachten en ‘s avonds spoken de beelden uit het verleden in mijn hoofd. Ter afleiding ga ik gamen, maar tien uur per dag gamen is niet echt de beste oplossing als je je schoolwerk af wilt maken…

‘Naar een psychiater ga ik nooit meer’

Mijn studie heeft dus vertraging opgelopen. Nu ben ik zover dat ik hulp wil zoeken om die gedachten op een andere manier te stoppen. Naar een psychiater ga ik nooit meer: de een stopte me in de crisisopvang, een ander diagnosticeerde mij binnen twintig minuten als iemand met Borderline Persoonlijkheidsstoornis*.

Gegroeid
Hulp vragen is gemakkelijker in een vertrouwde omgeving als school. Lex en ik ouwehoeren ook wel eens tussendoor. Dankzij Lex ben ik persoonlijk gegroeid – zonder hem was mijn studie en leven een stuk moeilijker geweest. Of ik tegen mijn afstuderen opzie omdat ik Lex dan niet meer zie? Nou, hij woont in Leeuwarden en ik sluit niet uit dat ik gewoon een keer bij hem langsga op school!’

*Borderline Persoonlijkheidsstoornis: emotieregulatiestoornis waarbij iemand onder meer moeilijk vriendschappen in stand houdt, zich snel afgewezen voelt en daarop heftig reageert

De naam van Michael is om redenen van privacy gefingeerd

‘Het geheim? Wees eerlijk en duidelijk’

Lex van Dongen, SAW’er en jongerenwerker bij Jimmy’s (onderdeel van welzijnsorganisatie Amaryllis)
‘Soms begrijpt een docent niet waar bepaald gedrag vandaan komt en vraagt me een les bij te wonen. Dan ga ik natuurlijk niet zeggen: “Ik ga jullie eens even uitgebreid observeren”, maar grijp de gelegenheid aan om te vertellen wie ik ben of om tijdens een opdracht te vragen wat studenten van de opleiding vinden en hoe het met ze gaat. Jongeren zeggen ook wel tegen elkaar: “Je moet effe naar Lex toe”. Verder verwijzen docenten door.

Laptop
Ik bied een luisterend oor en vraag tijdens de begeleiding wat ik (nog) kan doen en of ze iets aan de gesprekken hebben. Soms kan ik een concreet probleem oplossen. Zo had Michael geen geld om een laptop voor zijn studie te kopen en zocht ik uit hoe hij er wel een kan krijgen.

‘Ik neem ook wel eens om twee uur ’s nachts de telefoon op’

Eerlijk en duidelijk zijn – dat is belangrijk. Sommige studenten willen wél gelijk veel geld verdienen bij een tof bedrijf, maar in de stapjes daar naartoe – stagelopen – hebben ze geen zin. Op die momenten zeg ik ook gewoon: “Luister, niet alles is leuk in het leven”.

Eigenlijk werk ik twee dagen per week op school, maar vaak ben ik er elke dag wel even. Studenten mogen me altijd bellen en ik heb heus wel eens om twee uur ’s nachts de telefoon opgenomen. Als dat de spuigaten uitloopt, leg ik uit dat ik in principe doordeweeks werk.

Geheim
Tijdens corona zag ik veel jongeren op Discord, een soort Skype voor gamers. Dan spelen we even een potje FIFA samen en we praten even. Het geheim is: tijd nemen.”

Voor SAW werk ik 16 uur, voor Jimmy’s 20. Doordat ik in loondienst ben van Amaryllis ben ik onafhankelijk. De meerwaarde van SAW is dat veel verschillende organisaties betrokken zijn – Jeugdhulp Friesland, de GGD, MEE, verslavingszorg, eigenlijk elke Friese jeugdinstantie –, waardoor je snel een beroep kunt doen op elkaars expertise. Het is mooi dat de provincie Friesland zo wil investeren om vroegtijdig schoolverlaten en problemen bij jeugd te voorkomen.

‘Of Taco van verslavingszorg aanschuift of dat je naar een instantie

moet - dat maakt nogal verschil’

Verder is doorverwijzen een minder grote stap – ook voor de student. Stel dat Michael echt met een gameverslaving kampt, dan kan Taco van Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) even aanschuiven tijdens ons gesprek. Zo krijgt Michael al een beetje een beeld van wat hij kan verwachten en hoeft hij niet naar een ‘instantie’.

Informatie delen
Daarnaast nodig ik jongeren wel eens uit bij Jimmy’s als ik denk dat het aanbod aanspreekt. Of gewoon om ze even naar een nieuwe plek, met nieuwe mensen te krijgen. Bij Jimmy’s organiseren jongeren zelf game- en sportevents, ze hebben een muziekstudio gebouwd, maar je kunt ook lekker in de huiskamer hangen of internetten.

Aan docenten koppel ik terug dát we in gesprek zijn (niet wat we precies bespreken) of ik vraag de student erbij als meer informatie gedeeld moet worden. Met andere instanties is eigenlijk nooit overleg zonder dat de student daarvan op de hoogte is. Belangrijk, want ik wil hun vertrouwen niet beschamen.’

‘Ik zag dat hij zijn hart wilde luchten’

Petra van der Molen, coach en docent
‘Hij kwam te laat of bleef te kort op school. Door dat gedrag belemmerde Michael zijn eigen studievoortgang. Dus verwees ik hem door naar SAW. Ik zag ook dat hij heel erg de behoefte had om zijn hart te luchten.

In het begin merkte ik nog weinig verandering, maar in zijn derde jaar zag ik hoe Michael zijn leven meer op orde kreeg en zelf de regie nam. Dat het wat langer duurde, is niet zo gek gezien de extreme situaties hij in zijn jeugd meemaakte.

Maatwerk
Wat Lex en hij precies bespreken is iets tussen hen. Ik hoor wel van Michael of het goed gaat en als de begeleiding stopt, wil ik het ook graag weten, om zo nodig een ander vervolg te zoeken.

Het is nooit een probleem om maatwerk te leveren als dat beter werkt voor een student. Zo had Michael moeite om op tijd uit bed te komen door zijn doorwaakte nachten – dan passen we het rooster wat aan.

Besluiten
Mijn rol blijft die van docent. Ik ‘moet iets van hem’: hij moet zijn werk inleveren, op tijd naar de les komen, de schooldag in zijn geheel volgen. Als docent moet ik daarop toezien. Het is fijn dat de SAW’er kan helpen bij waaróm dat niet lukt en hoe hij dat wel voor elkaar krijgt.

Het houdt de zaak ook helder, want als docent moet je soms vervelende besluiten nemen. Iemand uitschrijven bijvoorbeeld of vertellen dat hij beter van opleiding kan wisselen. De SAW’er kan vervolgens met de student ingaan op wat dat betekent en hoe je daarmee omgaat. Zo werken we er samen als team aan om student naar zijn diplomering te begeleiden. Op Michael ben ik dan ook trots dat hij de eindstreep gaat halen!’