Practor DDDD wil dóen en denken: samenspel van praktijk en theorie

13 juni 2022

In Menno Wierdsma (45) heeft het Friesland College een nieuwe, ambitieuze kartrekker voor het practoraat Duurzaam Denken Duurzaam Doen. Hij wil dóen en denken: in activiteiten die zijn te vertalen naar theorie, om zo samen te leren en de koers van het Friesland College als practor te versterken. Interne en extern, in een netwerk dat is gericht op duurzaamheid…   

Zijn hele leven heeft Menno al een band met groen én onderwijs. Geboren in Franeker maakte hij het vwo af in Dokkum, waar zijn vader rector werd van het Dockinga College. Zijn moeder werkte eerst in het basisonderwijs en later als docent Nederlands op de werkvloer (voorloper van NT2) in Groningen. Zelf deed hij een studie biologie in Groningen, waar hij zich na zijn vakinhoudelijke master richtte op het docentschap.

Na een aantal jaren lesgeven in de Randstad wilde hij terug naar het Noorden. Hier werkte Menno  vanaf 2011 in een lectoraat van de Hanzehogeschool op het gebied van talentontwikkeling en diversiteit. ‘Opzet is docenten helpen met de ontwikkeling van onderwijs door uitproberen, onderzoeken en bijstellen. Omdat hierin docenten meedraaiden uit alle geledingen, van basisonderwijs tot en met hbo, konden we veel kennis en ervaring samenbrengen.’

Snijvlak
Dat snijvlak van praktijk en onderzoek, daar wil Menno mee verder als practor DDDD. ‘Daar ligt het avontuur: dóen en ervan leren, om te onderbouwen wat je doet.’ Die kennis is breder te gebruiken. En in het mbo is de focus op de praktijk nog sterker dan in het hbo. ‘Hier is dat samenspel van theorie en praktijk veel sterker.’

Voorlopig heeft Menno een aanstelling van 0,6 fte, die na de zomer wordt uitgebreid naar 0,8. Dan gaan zijn beide dochters in Zuidlaren naar de basisschool en heeft hij meer de handen vrij.

Voor de zomer is de practor vooral aan het verkennen wat zijn voorganger Dominique Derks heeft opgebouwd én welke vragen er nu leven bij zijn nieuwe collega's. Hij wil in beeld krijgen wat er nu gebeurt in zowel de ‘groene’ als sociale doelen in de Global Goals. Dat is veel, merkt hij in onder meer het verzamelen van voorbeelden voor de volgende ronde van de Sustainabul. ‘Dat is een prachtig handvat om met veel mensen in gesprek te gaan.’

Ook zijn ervaring in het lectoraat op het gebied van talentontwikkeling en diversiteit is hier bruikbaar. ‘Vraag is altijd hoe je een student verder helpt om zijn of haar kwaliteiten te benutten. Hoe doe je dat? Hoe help je een student ontwikkelen, bijvoorbeeld tot een praktische wereldburger? Dat gaat verder dan vertellen hoe dat moet. Zie het meer als met ze meegaan dan hen meenemen, omdat wij zelf natuurlijk ook niet weten hoe die nieuwe wereld eruit gaat zien. Het begint met een besef dat iedereen - vanuit duidelijke kaders - eigen keuzes kan maken. Dan is het waardevol om hen daarbij te ondersteunen, zodat ze daar zelf een vervolg aan kunnen geven. Zo kan iedereen een eigen stukje bijdragen aan een betere wereld.’