Eva maakt keramiek van middeleeuwse klei

10 december 2020

Grondwerkers in Friesland, opgepast! Als je diep aan het graven bent op een plek waar vroeger de Middelsee stroomde, kan ineens Eva Dijkstra (18) naast je opduiken om een emmertje klei te ‘scoren’. De vetste klei zit enkele meters onder de oppervlakte. Prachtig materiaal voor de FC-studente, die er met onder meer een 3D-printer zeer speciaal keramiek van maakt. Het is straks te bewonderen in keramiekmuseum Princessehof.

De ene klei is de andere niet. Dat is een van de eerste lessen die Eva leerde van Lies van Huet, in atelier Lies Keramiek in de Blokhuispoort (Leeuwarden). ‘Ik raak zelf ook nooit uitgeleerd’, zegt Lies. ‘Dit beroep is eindeloos.’ De keramiste begeleidt dan ook met veel plezier de zoektocht van stagiaire Eva naar wat er allemaal kan met klei, die zij liefst zelf opgraaft. Middeleeuwse klei, uit de tijd dat de Middelsee een zeearm was die liep van Het Bildt tot aan Bolsward.

‘Levend materiaal’
Keramiek maken, dat is een ambacht. ‘Er komt ontzettend veel techniek bij kijken’, merkt de studente van het Friesland College - opleiding Creatief Vakman op D’Drive - elke dag. Van raku stoken tot saggar firing, er zijn vele nieuwe en klassieke manieren om aardewerk te bakken. Wat is de juiste temperatuur? Hoe zorg je dat de klei niet breekt? En hoe maak je een mooi glazuur? Eva: ‘Dat is priegelen met poedertjes, waarbij 1 gram meer of minder een enorm verschil kan maken.’  

Nu, op ongeveer tweederde van haar stage van een half jaar bij Lies Keramiek, heeft de studente zich gestort op een avontuur met een klei die ze helemaal moet leren kennen. Klei is ‘levend materiaal’, zeker als ’t wil gebruiken in een 3D-printer. Dat is heel anders dan een kunststof, die in zo’n printer altijd doet wat jij wilt. Bij klei moet je heel precies uitzoeken hoe het materiaal werkt, om een reeks ‘misbaksels’ te voorkomen en de eigenschappen juist te gebruiken om er wat bijzonders van te maken. Dat betekent: experimenteren…

Klef maar stevig
De beste klei zit diep, heeft Eva gemerkt. ‘Bovenin zit teveel zand.’ Dat moet je niet hebben, om er goed mee te kunnen werken. Blauwe klei heeft ze nodig, klef maar stevig… Dat zit dan ook al eeuwen onder de grond, vanaf de tijd dat de Middelsee dichtslibde. En dan? Een klont platgedrukt drogen op een gipsplaat, laten weken in water, drie keer zeven - in een steeds dichtere zeef – en dan hou je uiteindelijk een zuivere klei over. Met plezier laat Eva een bruikbare bol zien, verpakt in cellofaan, als materiaal waar al heel wat werk in zit.

Het is lichte klei, die snel droogt. Dat betekent: kort in de oven, anders gaat ‘ie scheuren… En om ‘m geschikt te maken voor de 3D-printer moet er, zo bedacht Lies, wat bentoniet bij om de laagjes klei beter te laten kleven. Desondanks gebeurden er gekke dingen, toen de printer bijvoorbeeld ineens bobbeltjes ging maken in plaats van streepjes. ‘Het is eigenwijze klei’, stelt Lies met een glimlach. Dat is dan ook weer een deel van de charme. Eva: ‘Verrassend, maar juist mooi! Zo bedenk je ’t niet.’

In het museum
‘Een prachtig avontuur’, zegt Inge Hekman. Zij is bij de Princessehof in Leeuwarden verantwoordelijk voor inspirerende projecten met het onderwijs. ‘Wat het ook oplevert: het is mooi om dit werk in het museum te laten zien. Keramiek van middeleeuwse klei uit Friesland, beter passend kun je ’t haast niet bedenken.’ Bovendien past het uitstekend bij keramiek als een ambacht, waarin iedereen zijn of haar eigen weg zoekt om er kunst met een eigen handtekening van te maken. Eva is goed op weg.