Afscheid Albert van der Meulen: ‘Wie ben jij, als docent?’

26 januari 2023

Effectief onderwijs in het mbo staat of valt bij heldere doelen. Wat moeten studenten aan het eind van de les of over een week kennen en/of kunnen? Wees duidelijk over wat je als docent verwacht en leg de lat niet te laag, stelt Albert van der Meulen. ‘Dan gaan ze zelf aan de slag.’ Op basis van eigen ervaring in het onderwijs en wat hij ‘achter in de klas’ zag bij pakweg 900 lessen van collega’s, schreef Van der Meulen het boek ‘De H-cyclus, een opvatting over leren in vier stappen’. Dat presenteerde hij woensdag bij zijn afscheid van het Friesland College.  

De docent maakt het verschil. Een school kan nog zo’n fraaie onderwijsvisie formuleren, maar in de praktijk staat de docent iedere dag aan het roer en komt het aan op zijn kennis en vaardigheden om er een les van te maken die de studenten écht verder brengt. Hoe doe je dat? Wat werkt? Wie ben jij, als docent? ‘Dat wil ik mijn collega’s - jong en ervaren – in het onderwijs graag meegeven’, stelde Van der Meulen (66) bij zijn afscheid op de FC-campus in Leeuwarden.

Uit de praktijk

Zijn opvatting over wat onderwijs - met name in het mbo - effectief maakt, legde hij vast in een boek om zijn loopbaan af te sluiten en zijn visie over te dragen. Het is gebaseerd op veertig jaar ervaring in het mbo en talloze trainingen geven, in de afgelopen jaren. ‘Als wetenschapper zoek ik altijd naar uitgebreide bewijsvoering’, reageerde Marco Mazereeuw - practor LLO en lector beroepsgerichte didactiek - bij de presentatie. ‘Daarin ligt niet de kracht van dit boek. Die zit in uitgesproken ideeën, in een opvatting die voortkomt uit de praktijk en absoluut het delen waard is. Zo komen we samen verder.’

Zo maakt Van der Meulen in zijn boek een helder onderscheid tussen klassiek en effectief leren. De eerste vorm gaat om lessen met de docent voor de klas, die kennis overdraagt en later toetst of de stof voldoende is aangekomen. Ofwel: de docent is vooral aan het werk… En het is maar de vraag wat daarvan bij de student blijft hangen, ook als de les rustig is verlopen. Dat valt vaak tegen. ‘Toch zag ik gauw in 80 procent van de lessen dat de docent die aanpak hanteerde’, zegt hij daarover.

Van der Meulen geeft dan ook tips hoe studenten in die klassieke aanpak beter zijn te activeren. Hij oordeelt niet. ‘Waar het mij om gaat, is dat je ziet wat voor docent je bent.’ Naast kennis van het vakgebied moet een docent immers ook weten hóe jij als professional studenten aan het leren krijgt. Dan gaat het om de pedagogisch-didactische aanpak. Want het kan ook anders, beschrijft hij in de vier stappen van effectief leren. In deze aanpak, zo stelt hij, zijn vooral de studenten aan het werk.

Heldere verwachtingen

De basis van effectief leren ligt in vertrouwen en heldere verwachtingen, aldus Van der Meulen. Heel concreet: als je bijvoorbeeld een klas de opdracht geeft om de namen van alle Friese steden uit te zoeken, geef dan ook aan dat je over tien minuten alle elf wil horen. ‘En neem dan geen genoegen met de helft…’ De lat mag en móet zelfs vaker hoger liggen, als je studenten wil motiveren om zelf aan de slag te gaan. Moet er volgende week een mooie lamp klaar zijn? ‘Dan mag je dat ook eisen.’

Spreek die verwachting wel luid en duidelijk uit, om de student zelf verantwoordelijk te maken. Maar zorg er als docent voor dat je zo’n proces open begeleidt. Alle studenten… Zo vroeg Van der Meulen eens bij collega’s hoe zij aankijken tegen een nieuwe klas, als het gaat om een indruk van wie intelligent, leerbaar of dom is. Een aanzienlijk deel - ‘te veel’ – stelde dat er altijd studenten zijn waar weinig eer aan te behalen is. ‘Dan staat zo’n jongen of meisje al met 2-0 achter. Heel jammer…’

De opdracht voor de docent is om ervoor te zorgen dat alle studenten zich ontwikkelen tot ‘Vaardige, Aardige en Waardige wereldburgers’, zoals Van der Meulen het noemt. Naast zijn boek – te bestellen via Bol.com - wil hij daarin blijven bijdragen door trainingen over de didactische aanpak, maar er liggen ook andere uitdagingen. Een boek schijven over vergeten groenten als pastinaak, snijbiet en gele raap bijvoorbeeld… ‘Die ben ik de laatste jaren gaan verbouwen. En daar is dan ook best veel over te vertellen.’